APA: Eigen onderzoek

Voor jouw onderzoeksverslag gebruik je naast bestaande publicaties ook je eigen onderzoeksresultaten. Deze gegevens zijn niet toegankelijk voor de lezer van de tekst en zet je daarom niet in de bronnenlijst. Er zijn wel APA-richtlijnen voor het verwijzen naar jouw eigen onderzoek.

Op deze pagina worden de belangrijkste richtlijnen voor het verwijzen naar eigen onderzoeksgegevens beschreven, zie ook De APA-richtlijnen uitgelegd, § 1.5.1 en § 1.5.2.

Zie ook: Hoe wordt verwezen naar een eerder gemaakt verslag?

Persoonlijke communicatie (interview, e-mail, etc.)

Een zelf gehouden interview via een persoonlijk gesprek, e-mail, chat, telefoon, etc. maar ook een bijgewoonde vergadering, les of hoorcollege wordt niet opgenomen in een bronnenlijst omdat de lezer geen mogelijkheid heeft het interview, het overleg of de les terug te lezen of te horen. In de tekst kan naar een gesprek, interview of les verwezen worden met de toevoeging “persoonlijke communicatie” en de datum.

Wanneer de geïnterviewde geciteerd wordt (zie derde voorbeeld) is het raadzaam hier vooraf toestemming voor te vragen. Bij tweede en latere verwijzingen moet iedere keer opnieuw naam, persoonlijke communicatie en de datum genoemd worden, tenzij de verwijzingen dicht op elkaar staan, bijvoorbeeld in dezelfde alinea of hoofdstuk.

Zie ook:


Let op: is het interview onderdeel van het eigen onderzoek, dan wordt er niet naar verwezen zoals in onderstaande voorbeelden omdat in het verslag de onderzoeksmethode al beschreven wordt. De geïnterviewde persoon is geanonimiseerd, bijvoorbeeld Cliënt A of Respondent 1.

Zie voor uitleg The APA-Team: Eigen onderzoek en The APA-Team: Persoonlijke communicatie: wanneer wel, wanneer niet?


Voorbeelden

  • Volgens de heer Jan Jansen (persoonlijke communicatie, 30 november 2020) is dit niet het geval …
     
  • … maar dit is niet het geval (J. Jansen, persoonlijke communicatie, 30 november 2020) en zal …
     
  • Directeur Jan Jansen (persoonlijke communicatie, 30 november 2020) mailde ons dat “dit niet het geval is” en ... 
     
  • ... tijdens het hoorcollege (J. Jansen, persoonlijke communicatie, 30 november 2020) werd verteld dat ...
     
  • In het protocol van mijn stageinstelling (Stichting ABC, persoonlijke communicatie, 23 februari 2022) staat dat …
     
  • Cliënt A vertelde dat dit niet het geval is.

    
      

Tabel

Met een tabel kan informatie overzichtelijk gepresenteerd worden. Een tabel is vooral geschikt om statistische gegevens weer te geven. Gebruik bij de verwijzing in de tekst een hoofdletter, bijvoorbeeld: zie Tabel 1 en niet: zie de tabel onderaan deze pagina.

Een tabel heeft drie, eventueel vier, onderdelen:

  1. Nummer en beschrijving: het nummer van de tabel, zodat er in de tekst naar verwezen kan worden, en een beschrijving, cursief.
  2. Kolom- en rijopschriften
  3. Cellen met gegevens
  4. Extra toelichting (eventueel)

Een tabel kan gebaseerd zijn op eigen onderzoek of (gedeeltelijk) op externe bronnen.

Een tabel heeft alleen horizontale lijnen, boven en onder de kolomaanduidingen en onder de laatste rij. Dit is een richtlijn, een afwijkende opmaak met bijvoorbeeld verticale lijnen is ook toegestaan. Bedenk wat voor de lezer het meest overzichtelijk is.

Zelf een tabel maken?


          

Figuur

Met een figuur kan informatie overzichtelijk gepresenteerd worden, bijvoorbeeld een grafiek of staafdiagram. Gebruik bij de verwijzing in de tekst een hoofdletter, bijvoorbeeld: zie Figuur 2 en niet: zie de figuur op de volgende pagina.
Foto’s, tekeningen en andere afbeeldingen worden ook figuur genoemd.

Een figuur heeft twee, eventueel drie, onderdelen:

  1. Nummer en beschrijving: het nummer van de figuur, zodat er in de tekst naar verwezen kan worden, en een beschrijving, cursief.
  2. Afbeelding (diagram, foto, illustratie, etc.)
  3. Extra toelichting (eventueel)

Een figuur kan gebaseerd zijn op eigen onderzoek of (gedeeltelijk) op externe bronnen. Bij een zelfgemaakte foto, tekening of andere afbeelding komt geen bronvermelding, wel een verwijzing in de tekst en boven de figuur.

Zelf een figuur maken?

Zelf een afbeelding maken met een webapplicatie, bijvoorbeeld een infographic met Canva? Zie APAstaartje: Infographic.
Zelf een PowerPoint maken met bestaande afbeeldingen? Zie The APA-Team: PowerPoint.

   
     

Conclusie

Aan het einde van het verslag volgt de conclusie: aan de hand van de uitkomsten van het eigen onderzoek en het literatuuronderzoek worden de hoofd- en deelvragen beantwoord. Hoewel het mogelijk is om in de conclusie geraadpleegde bronnen te noemen worden hier geen bronverwijzingen bij gezet. In de hoofdtekst worden deze immers al vermeld. De conclusie bevat dus geen nieuwe bronnen of niet eerder genoemde resultaten.

  
   

Bijlage

Een bijlage bevat aanvullende informatie bij een verslag die niet relevant of te uitgebreid is om in de tekst zelf op te nemen. In de hoofdtekst wordt verwezen naar de bijlage(n).

Een bijlage komt na de bronnenlijst. Wanneer een bijlage verwijzingen naar een bron bevat, wordt hier op dezelfde manier naar verwezen als in de tekst. De volledige verwijzing komt in de bronnenlijst te staan.

Bij meer dan één bijlage worden deze aangeduid met Bijlage A, Bijlage B, Bijlage C, etc.

Zie ook The APA-Team: Bijlage.

             
    

Stage / Werkplek

Veel onderzoeksverslagen zijn gebaseerd op een stage die tijdens de studie werd gevolgd of op informatie van de eigen werkgever. Bij het verwijzen naar documenten van een (stage)instelling is van belang of de informatie vertrouwelijk is en hoe de informatie beschikbaar gesteld wordt.

In de meeste gevallen is de informatie niet toegankelijk voor buitenstaanders en wordt er alleen in de tekst naar verwezen als persoonlijke communicatie.

Zie voor uitleg The APA-Team: Stage / Werkplek of De APA-richtlijnen uitgelegd, § 4.3.
Zie ook The APA-Team: Patiëntendossier


 

Laatste aanvulling: 13 februari 2023